B jaar

Deze site is een tijdelijke oplossing om de preken van Marcel bereikbaar te maken. Klik op een link, om de desbetreffende preek te lezen. (Sorry, de opmaak van de preken is nog niet overal in orde.)
Indien u de preek op een klein scherm wil lezen, komt de preek niet naast, maar onder de reeks linken. U zal dus naar beneden moeten scrollen.

5e ZONDAG DOOR HET JAAR (B) - 4 en 5 februari 2006

I Kor. 9:16 -19; +22-23.
Marcus 1 :29 - 39.

Zusters en broeders,

Het was beslist geen domme vraag. We hadden elkander toevallig ontmoet. We raakten in gesprek en ons gesprek ging op een bepaald moment over onze kapel. Over het kapelteam, over de liturgie zoals wij die hier vieren, over de predikanten. Eigenlijk kregen de mensen die zich hier inzetten allemaal goede punten. Maar mijn gesprekspartner had een ander probleem. Ze vroeg me: Waarom lezen we toch altijd die zelfde verhalen uit het evangelie? We kennen die dingen ondertussen toch wel al ongeveer van buiten. Waarom niet eens iets anders gelezen, iets uit de wereldlitteratuur bv.? Of iets van een moderne religieuze schrijver? Het was een goede vraag.
Het lijkt me niet onmogelijk dat we zulk soort teksten ook nog wel ooit zullen lezen in de liturgie. Het komt nu ook wel al eens voor. Maar ook dan nog, denk ik, zullen we daarnaast toch nog de teksten uit de evangelies blijven beluisteren.
Daar zit namelijk iets onvervangbaars in.

Want was het doel van de evangelisten eigenlijk?

Ging het hen om het bewaren en doorgeven van feiten, van gebeurtenissen?
Of ging het hen vooral om iets anders, iets dat op een dieper niveau ligt?
U hoort mij waarschijnlijk al aankomen, ik denk inderdaad dat het hen ging om iets dat op een dieper niveau dan die verhalen ligt.
Datgene waar het de evangelisten echt om te doen was, is door een schrijver die zo'n halve eeuw geleden veel gelezen werd, eens in één zin samengevat.
Die auteur, Romano Guardini, had toen een boekje geschreven met als titel: Het wezen van het christendom. En op de stofomslag van dat boekje stond die ene zin: 'De kern van het christendom is Jezus Christus'.
Over hem, over Jezus van Nazareth, daar gaat het de schrijvers van de evangelies om - altijd om hem.
Of ze nu een gebeurtenis weergeven, een parabel vertellen, een tekst uit het Oude Testament aanhalen - als je hen wilt verstaan moet je je altijd afvragen: 'Wat willen ze hiermee zeggen over Jezus van Nazareth?'
Als je die vraag: Wat wil de evangelist zeggen over Jezus van Nazareth nu stelt met betrekking tot het stukje evangelie wat we vandaag hebben gelezen, wat krijg je dan voor antwoord?

         - Het voornaamste wat er in dit stukje evangelie over Jezus wordt gezegd is dit: Marcus zegt dat Jezus zichzelf ziet als iemand met een taak, met een opdracht, met een zending. Dat staat in het antwoord dat Jezus aan zijn leerlingen geeft, als ze hem komen zoeken en vragen dat hij naar Capharnaum zou terugkeren. Want, zeggen ze, iedereen zoekt u. En dan zegt Jezus hen: Neen, laten we dat niet doen. Laten we naar de andere plaatsen in de omtrek gaan, want ook aan die mensen moet ik het goede nieuws gaan brengen. Dat is mijn opdracht, daartoe ben ik gezonden.
Jezus van Nazareth is iemand met een opdracht,met een roeping.
Hij moet aan mensen goed nieuws gaan brengen.
        - Het tweede dat Marcus hier over Jezus zegt is: Dat goede nieuws dat Jezus brengen moet, bestaat hierin dat hij hen moet aankondigen dat er een nieuwe samenleving op komst is. Die nieuwe samenleving noemt Jezus: Het koninkrijk van God. Een samenleving van gerechtigheid, van barmhartigheid en van dienstbaarheid.
- Het blijft echter niet bij die aankondiging, zegt Marcus. Jezus zelf maakt een begin met de realisatie van die nieuwe samenleving.
De barmhartigheid, die een belangrijk element is van die nieuwe gemeenschap, die maakt hij zichtbaar in zijn zorg voor mensen.  Hij geneest mensen, hij bevrijdt hen van demonen die hen kwellen.
Die realisatie van dat Rijk van God, die bevrijding van mensen, heeft voorrang op allerlei wetten en geboden, zelfs op het gebod van de sabbatsrust.  Want in het evangelie van vandaag zie je hem de schoonmoeder van Petrus genezen, zelfs al is het die dag sabbat.
-    Er is nog een laatste eigenschap van Jezus, die Marcus in dit stukje evangelie aangeeft: Jezus is iemand die zich terugtrekt, en in de eenzaamheid, in het gebed, zich bezint op zijn taak, op zijn zending.  Gebed is voor Jezus contact met God, met zijn Vader, een contact waarin hij vooruit kijkt naar wat hij nu moet doen, om zijn opdracht concreet te vervullen.  Een contact ook waaruit hij kracht put om zijn taak uit te voeren, eventueel tegen alle onbegrip en tegen alle weerstand in.
Dat getuigenis over Jezus van Nazareth afleggen, dat is het, wat de evangelisten met elk stukje evangelie willen doen.  Dat vindt je niet op die manier, niet in de wereldlitteratuur en ook niet bij moderne geestelijke schrijvers.
Daarom zullen christenen die evangelies ook wel altijd blijven lezen.

Maar wat betekent dat nu voor ons, dat getuigenis van hen over Jezus van Nazareth.

Naarmate we zicht krijgen op Jezus, wie hij was en hoe hij in het leven stond, wordt er ons misschien ook iets duidelijk met betrekking tot onze eigen opgave in het leven.
Niet dat wij hem kunnen nabootsen, daartoe zijn wij niet geroepen.
Met elke mens komt er iets nieuws, iets oorspronkelijks in de wereld, iets wat er nog niet is geweest, zegt een moderne Joodse schrijver, Martin Buber.  Dat eigene, dat moet een mens zo goed mogelijk proberen uit te bouwen.  Niemand is geroepen om een kopie van iemand anders te zijn, ook niet van Jezus van Nazareth.
Maar het licht dat van Jezus uitgaat, kan wel iets van ons eigen leven, van onze eigen opdracht verhelderen.
Zijn trouw door dik en dun kan bv iets duidelijk maken met betrekking tot onze opgave, met betrekking tot de trouw die van ons wordt verwacht, maar dan ten opzichte van de opgave die de onze is.
Zijn inzet voor de tot standkoming van een nieuwe samenleving, een samenleving waarin mensen tot hun recht komen, kan ook iets verhelderen van onze opdracht om mensen nabij te zijn, om hun bestaan te bevorderen.
Zijn gebed als bezinning op zijn taak en als bron van kracht voor wat hem te wachten stond, kan ook iets zeggen over de inhoud van ons gebed.
Niemand is geroepen om iemand anders na te bootsen.  Maar het is een weldaad, als iemand ons, op zijn manier en in zijn situatie, is voorgegaan.
Dat hebben mensen waarschijnlijk ook bedoeld, toen ze zeiden dat Jezus van Nazareth voor hen een licht was.  Amen.

Marcel Heyndrikx
 

© Marcel Heyndrikx - Iedereen mag deze preken en teksten gebruiken mits ze vrij en gratis voor iedereen toegankelijk blijven.